De pont is veel meer dan een veerverbinding tussen Amsterdam en Amsterdam Noord. Het weerspiegelt Amsterdam en de lakse houding van het bestuur. Als je de Pont begrijpt, begrijp je Amsterdam.
Vanuit het Centraal Station, steek je aan noordelijke kant een weg over, onthou even deze weg in je gedachte en daar ligt de pont.
Het is een eeuwige strijd om erop en eraf te gaan. 3 jaar geleden had Amsterdam bedacht om de weg aan de walzijde, vrij te houden voor de mensen van de pont en het midden rood te schilderen. De zijkant aan walzijde, groen voor de wachtende mensen. Ik sprak de schilder aan, wachtende tot hij de vakken klaar had, niet helemaal goed gegaan zei ik, verkeerd om. Volgende dag was hij wederom aan het schilderen en nu goed. De kleuren hebben niet geleid tot rust.
De diversiteit op de pont is groot, naar werk, huis, mensen die daar hun werkgebied hebben en de toeristen die vaak verbaasd zijn, dat het gratis is.
Op de pont zijn 2 vakken, brommers/ fietsers en fietsers/ voetgangers. Toeristen begrijpen dit niet en Amsterdammers hebben moeite met regels. . Jij bent een patser en je zoon ook zei een man op een scooter tegen mij en kwam op mij af. Mijn jongste zoon schiet in de lach en zei tegen die heer, U kunt beter teruggaan naar uw scooter, want mijn vader gooit u en uw scooter, zo het IJ in en buldert van het lachen. De heer begreep het niet, je moet boos worden en niet lachen maar ging snel op het zadel van zijn scooter zitten.
Al jaren zijn er ideeën om de pont te vervangen door een fietsbrug, tunnel en als laatste, een kabelbaan over het IJ, de tekentafel is geduldig. Had naast de metrolijn, de Noordzuidlijn een fietstunnel gelegd.
Terugkomend op de weg waar geen voorrangsregels zijn voor voetgangers, fietsers of brommers, iedereen heeft voorrang. Een toerist waagt zich daar niet. De weg weerspiegelt zoals Amsterdammers omgaan met het verkeer, rood licht oppassen er kan iemand van rechts komen. De gedachtegang hierachter houdt mij bezig, Amsterdam heeft het opgegeven of geloven in een leven zonder verkeersregels.
Als je dan de laatste weken over Amsterdam leest dat drugs vrijspel heeft, dat op een festival voor 5miljoen euro aan drugs wordt verhandeld, mag je niet meer praten over dat de onderwereld versmolten is met bovenwereld maar is het een onderdeel van de samenleving en economie in Amsterdam. We gaan dit oplossen roept de burgemeester. We denk ik dan, laat mij erbuiten, ik ben er geen partij in, niet in de handel en niet in het gebruik. Het is gewoon zichtbaar op straat, op de pont, gebruikt door mensen van hoog tot laag in statuur. Kinderen van 8- 9 jaar die op de uitkijk staan. Drugs die sneller worden bezorgd dan een pizza. Ga handhaven, doe je best om het onder controle te krijgen of, net als die weg bij centraal station, geef de handel en gebruik vrij maar dan ben ik weg. Vleeseters worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid en dat doe ik bij de gebruikers van drugs, u bent een radartje van de drugsproblematiek.
Amsterdam, als je van elkaar houd, mag je eerlijk en kritisch zijn.