Twee jaar geleden kwam ik Frans tegen in de maatschappelijke opvang en hij vertelde mij zijn verhaal.
Sophie en ik, vertelde Frans, kenden elkaar vanaf 4 jaar, zaten naast elkaar in de klas, aten tussen de middag bij elkaar en speelden bij elkaar. Het was zeker, wij trouwen later.
Na de lagere school raakten wij elkaar uit het zicht, zij ging emigreren.
15 jaar later, nu 10 jaar geleden, in de drukke kalverstraat herkende ik haar door de grijze menigte heen, zag haar rode haar dat niet rood was maar rood werd door de zon, één zonnestraal op dit voor mij, mooiste haar van de mooiste, meest bijzondere en liefste vrouw in de wereld.
Ik liep naar haar toe door de menigte en legde van achteren mijn hand op haar schouder en ze zei zonder mij te zien: ”Jij Frans, ik voel het jij bent het!
Wat een geluk en verliefdheid vanaf dat moment, we trouwden en bleven van elkaar houden.
4 jaar later werd Sophie zwanger, en wat ik later hoorde van een meisje.
Met mijn dochter naar de intocht van Sinterklaas gaan, schaatsen, zwemmen maar dit geluk werd ons niet gegund.
Tijdens de zwangerschap moest ik afscheid nemen van Sophie en mijn dochter. De mensen waar ik zo intens van hield tot op de dag van vandaag. Sinds die periode is het leven van Frans een leven van dakloos zijn. Inmiddels heeft hij een huis in Amsterdam maar het leven blijft zwaar. Sophie en zijn dochter zijn regelmatig in zijn gedachte aanwezig in zijn huis, wat mist hij ze. Peter vroeg Frans, als er een hemel is, zullen ze mij herkennen?
Zo zie je maar, dakloze en thuisloze mensen hebben ook een verhaal en het kan ook u en mij overkomen. Een waargebeurd verhaal en ik wens Frans veel liefde toe.